Bekijk de video waarin dr. Ger H. Koek, MDL-arts in Maastricht Universitair Medisch Centrum, vertelt over Niet Alcoholische Leververvetting (NAFLD).
[Sipke Jan Bousema, 2016]
De lever neemt afbraakproducten van vetten (de vrije vetzuren) op uit het bloed en verwerkt deze tot andere vetachtige stoffen die vervolgens weer in het bloed worden uitgescheiden. Daarnaast maakt de lever zelf cholesterol. Als er een storing in de vetstofwisseling optreedt, kan zich vet in de levercellen ophopen.
Dit wordt leververvetting of non alcoholic fatty liver disease (NAFLD) genoemd. De stoornis wordt veroorzaakt door een te groot aanbod van de afbraakproducten van de vetten. De capaciteit van de lever, die verder meestal gezond is, schiet dan tekort om deze afbraakproducten te verwerken.
Het is dus een misverstand te denken dat het gebruik van vet voedsel leidt tot een vervette lever.
Het vet in de lever is op zich niet schadelijk. Omdat de lever in deze situatie echter wel gevoelig is voor andere schadelijke invloeden en daardoor gemakkelijker kan beschadigen, is het toch van belang dat de oorzaak van de steatose wordt gevonden en zo mogelijk wordt aangepakt.
Verreweg de meeste mensen hebben geen klachten. Soms kan vermoeidheid en wat vage buikpijn voorkomen. Een leververvetting wordt dan ook meestal bij toeval gevonden, vooral door afwijkingen in het laboratoriumonderzoek. Vaak gaat het om routineonderzoek, bijvoorbeeld bij een keuring of na bezoek aan de huisarts.
Dit is een stoornis waarbij het lichaam minder gevoelig is geworden voor insuline. Het lichaam probeert het effect op te vangen door meer insuline te maken. Dit kan uiteindelijk toch niet voorkomen dat er suikerziekte ontstaat. We spreken dan van diabetes mellitus type 2. Al in een vroeg stadium van insulineresistentie kan leververvetting worden gevonden. De meningen over het precieze mechanisme zijn nog verdeeld. Waarschijnlijk spelen in elk geval erfelijke factoren een rol. Overgewicht zelf leidt ook tot insulineresistentie.
We spreken van metabool syndroom als er sprake is van een combinatie van 5 risicofactoren. Dit zijn de taille omvang (bij mannen >102 cm en bij vrouwen >88 cm), verhoogde bloeddruk, verhoogd triglyceridengehalte, een laag HDL-cholesterol en een verhoogd glucose gehalte. Deze oorzaken kunnen dus in alle gevallen leververvetting geven, maar waarschijnlijk hebben niet alle mensen met overgewicht en metabool syndroom een echte vervette lever.
In de helft van de gevallen is overmatig en langdurig alcoholgebruik de oorzaak van leververvetting. Alcohol wordt via het bloed naar de lever getransporteerd. Meer dan 90% van de alcohol wordt hier afgebroken. Bij dit proces ontstaan afbraakproducten, die agressief en schadelijk zijn voor de lever. Een chronisch teveel aan alcohol kan een vernietigend effect hebben op de lever. De levercellen beschadigen en de normale processen in de lever verlopen niet meer naar behoren. Zo zal de aanmaak en omzetting van voedingsstoffen minder goed gaan, waardoor water, eiwitten en vetten zich ophopen in de levercellen.
Bij het lichamelijk onderzoek kan de lever iets vergroot en gevoelig zijn. Door bloedonderzoek kan gekeken worden of de lever nog goed functioneert. De transaminasen (ASAT en ALAT) zijn licht tot matig verhoogd, evenals het gammaGt. Ook het alkalische fosfatase kan wat verhoogd zijn.
Door echografie kan leververvetting zichtbaar worden. Er moet dan wel >30% van de lever vervet zijn. Kleinere hoeveelheden vet kunnen wel met een MRI-scan worden aangetoond. Wanneer een lichte verhoging van de transaminasen is aangetoond en een vervetting zichtbaar is op de echo of MRI, is een leverbiopt niet nodig.
Er is geen medicijn beschikbaar om leververvetting te genezen, maar goed nieuws. Leververvetting is een omkeerbaar proces, want de lever heeft een herstellend vermogen. De behandeling bestaat dan ook uit het wegnemen van de oorzaak. De vetstapeling verdwijnt hierdoor meestal vanzelf weer.
Voor veel mensen betekent dit een aanpassing van levensstijl en voedingsgewoonten: geen alcohol drinken (ook wanneer alcoholgebruik niet de oorzaak is), gezond en gevarieerd eten (weinig vet) en gewichtsverlies. Een gezonde voeding en extra lichaamsbeweging verminderen ook een eventueel aanwezige insulineresistentie. Diabetes type 2 zal daarnaast met medicijnen behandeld moeten worden.
Er zijn vele soorten diëten in omloop. Momenteel zijn koolhydraatarme diëten populair, ketodiëten. Pas hier echter mee op. Al is het een succesvolle methode om gewicht te verliezen: de toegestane vethoeveelheden als gebakken eieren, spek en noten veroorzaken ongemerkt - dus ondanks het gewichtsverlies - een toename in de leververvetting.
Kruiden, voedingssuplementen en reinigingskuren voor de lever hebben geen wetenschappelijk aangetoond effect en kunnen soms een negatieve invloed hebben op de lever(functie).
Wanneer steatose (leververvetting) gepaard gaat met ontstekingsverschijnselen, dan is er sprake van Niet Alcoholische Steatose Hepatitis - NASH. De ontsteking leidt tot beschadiging van de lever en het ontstaan van bindweefselschotjes in de lever (fibrose). Uiteindelijk kan dit proces leiden tot cirrose.
Slechts een deel van de mensen met een leververvetting krijgt een NASH. Waarschijnlijk spelen erfelijke factoren hierbij een rol. Maar ook wordt gedacht aan andere factoren, zoals een veranderde darmflora (veranderde soorten bacteriën in de darm), waardoor er ontstekingsstoffen in de lever terecht kunnen komen.
Door bloedonderzoek kan worden nagegaan of er sprake is van een ontstekingsreactie in de lever. De transaminasen zijn meestal hoger dan 2x normaal. Soms is prake van moeheid, algehele malaise, buikpijn en een enigszins opgezette lever. Een leverbiopt kan nodig zijn om vooral de ernst van de fibrose te beoordelen.
Zodra een goede behandeling voor de aandoening bestaat, zal de diagnose steatohepatitis (NASH) in alle gevallen met een biopt moeten worden bevestigd. Overigens hopen we in de toekomst de diagnose zonder biopt te kunnen stellen. Andere leveraandoeningen moeten natuurlijk worden uitgesloten en ook daarvoor is soms een leverbiopt nodig.
Van alle patiënten met een levercirrose waarvan we de oorzaak niet weten (de zogenaamde cryptogene levercirrose) wordt waarschijnlijk 15% veroorzaakt door een NASH. Wanneer er eenmaal een cirrose is, wordt vaak geen vet meer in de lever gevonden.
Ook hiervoor geldt dat gezonde voeding en lichaamsbeweging belangrijke pijlers zijn van de behandeling. Onderzocht wordt het effect van medicijnen die vooral de insuline resistentie aanpakken. Veelbelovend zijn de zogenaamde PPARy agonisten, waarvan het Pioglitazone een voorbeeld is. Andere mogelijk gunstige medicijnen zijn: ursodeoxycholzuur, vit. E, betanaïne, sylimarin etc. Meer onderzoek is nodig om het werkelijke nut van deze medicijnen aan te tonen.
In het geval van ernstige cirrose kan een levertransplantatie plaatsvinden. Het lijkt erop dat de steatose wel terugkeert in de getransplanteerde lever. Dit houdt mogelijk deels verband met de medicatie die gebruikt wordt tegen afstoting.
Van Boetzelaerlaan 24 J
3828 NS HOOGLAND
Tel: 085 - 27 34 988
E-mail: ofni @leverpatientenvereniging.nl
KvK: 40535249
Bank: NL 44 INGB 0000 361 038
ANBI: 820220619