“Wat vond je zelf nou van het gesprek, pap?” vraag ik terwijl ik mijn vader in een rolstoel voortduw. “Ach, iedereen gaat een keer dood.”
Daar is natuurlijk geen woord van gelogen. Het is een lot dat ons allemaal te wachten staat. Maar je wil toch het liefst dat degenen van wie je houdt zo lang mogelijk bij je blijven.
Zondagavond, eind maart 2017. Mijn moeder belt dat ze met mijn vader in het ziekenhuis is. Hij is eind van de middag op de grond gevallen en kan niet meer opstaan. De artsen willen hem voor de zekerheid een nachtje in het ziekenhuis houden.
Dat nachtje werden drie weken waarin de artsen alles op alles hebben gezet om hem in leven te houden. Mijn vader zelf verkeerde in een delier: hij herinnert zich niks meer van die drie weken. Ik herinner me echter alles: mijn vader, knalgeel van de geelzucht, lag aan allerlei apparaten, kon niet lopen, kon amper praten en áls hij praatte kwam er alleen onsamenhangende wartaal uit. Hij wist niet welke dag het was en waar hij was. Hij wist maar één ding: dat hij naar huis wilde, naar mijn moeder en naar Felix, de kat.
Ik was altijd bang voor het moment dat mijn ouders iets zou overkomen. Maar als zoiets gebeurt, voel je naast een intense pijn die zich letterlijk in je hart nestelt, ook een eindeloze kracht. De kracht om je vader erdoor te slepen en er voor hem te zijn, hoe confronterend en naar het ook is om hem zo te zien.
Na twee weken kreeg mijn vader weer wat praatjes. Hij zag er beter uit, was wat meer bij de tijd en de antibiotica hadden hun werk gedaan: de streptokokkeninfectie in zijn bloed was op z’n retour. Maar de diagnose was geen malse: levercirrose in fase C. De arts drukte mijn vader op het hart dat hij nooit meer een druppel alcohol mag drinken.
Na drie weken mocht hij dan eindelijk naar huis. Wel moest hij eind april nog terugkomen voor een scan omdat de artsen verdachte plekjes op zijn lever hadden gezien.
Die plekjes bleken leverkanker. De combinatie van levercirrose in fase C en primaire leverkanker maakt behandeling onmogelijk. Daar zitten we dan op een vrijdagmiddag laat in een somber ziekenhuiskamertje, terwijl de moed ons in de schoenen zakt en alle hoop te pletter valt.
“Ach, iedereen gaat een keer dood.” Ik slik mijn tranen weg en duw papa voort door de gangen van het UMC.
3 oktober 2017
Hambakenwetering 15
5231 DD 's-Hertogenbosch
Tel: 085 - 27 34 988
E-mail: ofni @leverpatientenvereniging.nl
KvK: 40535249
Bank: NL 44 INGB 0000 361 038
ANBI: 808313472